
et egenwoud










Regenwouden vol met bladeren

Vraag de kinderen te kijken naar de algemene kenmerken van een regenwoudblad en deze te beschrijven. (Bladeren hebben punten die naar beneden krullen. Hun oppervlak is meestal glad, glimmend en wax-achtig.) Waarom heeft een regenwoudblad deze kenmerken? (Ze zijn aangepast aan zware regenval.)
Zijn alle bladeren hetzelfde? Vraag de kinderen naar voorbeelden te kijken van bladeren uit gematigde streken en de woestijn (bijvoorbeeld cactusstekels). Waarom zouden deze kenmerken anders zijn? Hoe zijn de bladeren aangepast aan hun omgeving?
Geef de kinderen evt. vergrootglazen om de bladeren te bekijken en laat ze tekeningen te maken van verschillende bladeren. Uitgaande van de kenmerken van de bladeren (kleur, vorm, grootte (lengte/breedte), plaatsing van de nerven, structuur), kunnen de kinderen een stroomdiagram met JA/NEE-vertakkingen
Nat Tk 5
Nat Tk 4
Longen van de Wereld

Vraag de kinderen met elkaar te praten over de vraag waarom een plant bladeren heeft. Laat ze informatiebronnen gebruiken om het juiste antwoord te vinden. Geef ze ter overweging het volgende mee:
ï‚· Welk gas hebben mensen nodig om te kunnen ademen om te overleven?
ï‚· Welk afvoergas ademen we uit?
ï‚· Waarom is het belangrijk voor de mens dat planten koolstofmonoxide opnemen en zuurstof produceren?
Regenwouden worden vaak de ‘de longen van de wereld’ genoemd. Vraag de kinderen te bespreken wat dat zou kunnen betekenen. Help ze te begrijpen hoe belangrijk regenwoudplanten zijn voor de productie van zuurstof en het verwijderen van koolstofdioxide uit de lucht*. Koolstofdioxide is een van de gassen die een bijdrage leveren aan het ‘broeikaseffect’, dat volgens veel wetenschappers van invloed is op klimaatverandering.
Vraag de kinderen om een tekening te maken die laat zien wat de functie van een blad is en hoe een blad afvalgas (koolstofdioxide) gebruikt om zuurstof te maken.

Nat Tk 6
Van Groei naar bloei
plantengroei
Maak groepen en laat de kinderen een test maken om te onderzoeken wat de beste condities zijn voor het laten groeien van planten. De kinderen kunnen bijvoorbeeld een vergelijkbare selectie van planten in verschillende omgevingen uitproberen: licht, donker, vochtig, droog, warm, koel. Gedurende twee tot drie weken kunnen ze de veranderingen observeren en vastleggen. Elke groep moet beschikken over een mix van tropische planten, planten uit een gematigd klimaat en woestijnplanten.
Welke plant groeit het best in alle omgevingen? Vraag de kinderen de resultaten te voorspellen voordat ze beginnen met observeren en vastleggen.
Verwerkingsactiviteit
Kinderen kunnen de resultaten van hun experiment twee of drie weken lang vastleggen door middel van fotografie, notities en tekeningen. Stimuleer de kinderen om goed te kijken naar alle veranderingen die plaatsvinden in hun plant of planten.
zouden de kinderen de volgende vragen moeten kunnen beantwoorden: ï‚· Waarom worden de bomen in het regenwoud zo hoog? ï‚· Wat is de beste omgeving voor een tropische/gematigde/woestijnplant? ï‚· Op wat voor manier zijn planten geschikt voor een specifieke omgeving? ï‚· Wat hebben alle planten nodig om te kunnen groeien?